Bronnen | |
![]() |
Martine Thys Olga Bogdashina |
Over- en ondergevoeligheid komen vaak voor bij mensen met autisme. Wie overgevoelig is voor prikkels, reageert overdreven op ‘gewone’ zintuiglijke prikkels. Ondergevoelig wil zeggen dat je niet of weinig reageert op prikkels. Deze gevoeligheden kunnen de verschillende zintuigen treffen. Het is ook mogelijk dat over- en ondergevoeligheid elkaar afwisselen en dat die fluctuatie bovendien op één enkel zintuig betrekking heeft.
Overgevoeligheid kan tot twee verschillende soorten ervaringen leiden:
In sommige gevallen is verwarring als gevolg van overgevoeligheid zelfs veel te zacht uitgedrukt. Een deuntje fluiten kan door iemand met autisme bijvoorbeeld als pijnlijk worden ervaren. Het valt dan ook makkelijk te begrijpen dat overgevoeligheid aanleiding kan geven tot woedeaanvallen of zeer angstige reacties. Ook vermoeidheid en slaapproblemen kunnen voortkomen uit een overgevoeligheid voor prikkels. Mensen met autisme geven aan dat ze vaak ’s avonds of ’s nachts tijd nodig hebben om de veelheid aan prikkels die tijdens de dag op hen afkwamen te verwerken.
Overgevoeligheid en ondergevoeligheid kunnen alle zintuigen treffen en verschillen van persoon tot persoon. Enkele voorbeelden van gedragingen die wijzen op bepaalde zintuiglijke gevoeligheden:
Zintuig | Overgevoelig | Ondergevoelig |
Gezicht | Geen fel licht verdragen, afgeleid worden door patronen | Sterk aangetrokken tot glimmende voorwerpen, visuele prikkels laat opmerken |
Gehoor | Oren bedekken wanneer mensen door elkaar praten of in lawaaierige ruimtes, panisch voor bepaalde geluiden | Houden van het geluid van sirenes, geen of weinig reactie op omgevingsgeluiden |
Tast | Bepaalde stoffen niet kunnen verdragen, niet graag aangeraakt worden | Over ruwe oppervlakte wrijven, bepaalde materialen willen aanraken |
Reuk | Iets niet willen eten omdat de geur als ondraaglijk wordt ervaren | Niet gehinderd worden door sterke onaangename geuren |
Smaak | Voorkeur voor zachte smaken, weinig gevarieerd eten | Oneetbare en sterk smakende dingen opeten |
Evenwicht | Angstig reageren wanneer de voeten de grond niet meer raken, bang in de speeltuin | Lange tijd in rondjes draaien zonder duizelig te worden |
Proprioceptie | Wordt zelden waargenomen | Stevige handdruk geven, te hard knuffelen, graag druk op het lichaam voelen |
Interoceptie | Hevig reageren op honger, dorst, vermoeidheid | Hongergevoel niet herkennen, niet opmerken wanneer je naar toilet moet gaan |
Nociceptie | Hevig reageren op kleine wondjes, aandacht niet kunnen verleggen van wondjes | Pijn niet herkennen, wondjes niet voelen tot je ze ziet |
In autobiografische verhalen van mensen met autisme vinden we meestal dezelfde verklaring voor hun zintuiglijke ervaringen. Ze hebben de indruk dat ze de input van prikkels uit de omgeving niet kunnen onderdrukken. Anders gezegd: de filter in de hersenen die bepaalde prikkels kan onderdrukken, lijkt niet goed te werken.
Wanneer er in onze hersenen geen selectie plaatsheeft onder al wat we waarnemen, dan kan dat allerlei gevolgen hebben. Enkele voorbeelden:
Door de andere prikkelverwerking, kan ook het waarnemen bij mensen met autisme anders zijn. Door de waarneming geef je betekenis aan de wereld. Wanneer je waarneming anders verloopt ervaar je de wereld dus ook op een andere manier. Er worden verschillende waarnemingsstijlen beschreven:
Er kunnen strategieën ontwikkeld worden om met deze andere waarneming om te gaan, om meer controle uit te oefenen op de overvloed aan prikkels. Deze strategieën kunnen gaan over:
Copyright © Participate! 2023 | Woordenlijst Bibliografie Sitemap Privacyverklaring Français | By ![]() |