Vóór u met het aanleren van vaardigheden begint, dient u uw kind te observeren zodat u het begrijpt. Kijk naar de situatie waarin het leeft, kijk welke vaardigheden en welke problemen het heeft, kijk naar zijn reacties, enz.
Praat met de mensen die met uw kind in aanraking komen (leerkracht, onthaalmoeder, familieleden, enz.) om te weten wat zij bij uw kind zoal hebben opgemerkt.
Bekijk de omgeving en spoor alles op wat storend zou kunnen zijn en het leerproces nadelig zou kunnen beïnvloeden.
Meer lezen: Observeren en begrijpen
Er zijn heel wat zaken die u uw kind zou willen aanleren. Daarvan moet u er één kiezen om mee te beginnen. Om uw keuze te bepalen, enkele adviezen:
Meer lezen: Een doelstelling kiezen
Een activiteit is soms zeer complex: de bus nemen, naar het toilet gaan, de handen wassen, telefoneren, … Deze activiteiten bestaan uit verschillende stappen waarvoor meerdere vaardigheden essentieel zijn. Wanneer nodig kan u een nieuwe activiteit of een handeling in verschillende stappen onderverdelen en iedere stap afzonderlijk aanleren. Ga maar over naar een volgende stap wanneer de vorige volledig verworven is.
Voorbeelden: Om een trui aan te trekken, kan u volgende stappen aanleren: de trui over het hoofd trekken, armen door de armgaten steken en de trui naar omlaag trekken. Boodschappen doen, kan opgedeeld worden in volgende stappen: boodschappenlijst opmaken, geld voorzien, de weg naar de winkel nemen, alles van de lijst in de winkelkar plaatsen, naar de kassa gaan, wachten in de rij, betalen en terug naar huis.
De opdeling van de activiteit moet gebeuren in functie van de mogelijkheden van het kind. Sommigen kinderen hebben nood aan meer tussenstappen.
Aangezien mensen met autisme het moeilijk hebben om informatie te begrijpen en te verwerken, moet u de situatie aanpassen in functie van de specifieke problemen van uw kind.
Wanneer Mateo zijn huiswerk maakt, wordt het rolgordijn gebruikt om te vermijden dat de vele prikkels van de speelhoek hem afleiden.
Het oefenen moet op een rustige plaats gebeuren (weinig afleiding of zintuiglijke prikkels). Het oefenen moet altijd op dezelfde plaats gebeuren (toch in het begin, tot uw kind de vaardigheid onder de knie heeft).
De vaardigheid moet indien mogelijk in de daartoe bestemde omgeving worden aangeleerd. Bijvoorbeeld, de veters leren strikken wanneer het kind zijn schoenen aan heeft of een brood leren vragen bij de bakker.
Meer lezen: Het leermoment aan een werktafel
Wat de activiteit zelf betreft, moet uw kind:
De verbale of visuele instructies moeten eenvoudig en kort zijn (niet te veel informatie ineens). Het belangrijkste is dat ze begrijpelijk zijn. Denk er bijvoorbeeld om dat u tijdens het oefenen liefst geen vragen stelt of opmerkingen maakt.
Meer lezen: Taal aanpassen
Deze manier van werken komt voort uit drie grote principes om de omgeving aan mensen met autisme aan te passen:
De omgeving organiseren en visualiseren
De tijd organiseren en visualiseren
De activiteiten organiseren en visualiseren
Aanleren betekent ook helpen. Uw kind zijn plan laten trekken of denken dat falen het zal dwingen om het opnieuw te proberen tot hij het kan, werkt enkel frustrerend. Het kan er bij mensen met autisme bovendien toe leiden dat ze gedemotiveerd raken en afhaken.
Er zijn verschillende manieren om uw kind te helpen. Meer lezen : Hoe uw kind helpen?
Positief bekrachtigen is noodzakelijk. Uw kind heeft aanmoediging nodig om te slagen, waarom zou het zich anders inspannen? Het kost uw kind veel meer moeite om iets te leren dan andere kinderen. Uw kind moet veel meer leren dan wij (zelfs de dingen die in onze ogen simpel en natuurlijk zijn). Mensen met autisme begrijpen maar moeilijk waarom het belangrijk is om nieuwe dingen te leren en wat de voordelen ervan zijn.
Iedereen moet gemotiveerd worden om iets te leren. Fysieke behoeften (rust, voedsel, affectie, enz.), de behoefte aan veiligheid (geen pijn hebben, een eigen plek hebben, enz.), aan sociale erkenning (mooi en netjes gekleed zijn, enz.), trots, een prettig gevoel, het zijn allemaal bekrachtigers die mensen ertoe aanzetten om zich op een bepaalde manier te blijven gedragen.
Meer lezen over het kiezen en gebruiken van beloningen: Hoe uw kind belonen?
Zorg ervoor dat al wie aan dezelfde doelstellingen werkt op dezelfde manier tewerk gaat: zelfde instructies, gelijkaardig materiaal, zelfde verwachtingen, zelfde mate van hulp, zelfde beloningen enz.
De activiteit of de vaardigheid moet op een logische plek worden aangeleerd. Je leert je kind dus best op zijn potje gaan in het toilet of de badkamer en niet in de huiskamer. Iets leren is niet makkelijk, maar iets afleren, is nog veel moeilijker. Bijvoorbeeld, de mama van Laura leerde haar buiten het toilet haar broekje optrekken. Nu kan Laura het zelfstandig maar ze trekt haar broekje nog steeds op buiten het toilet.
Uw kind zal de activiteit niet in één-twee-drie onder de knie hebben. Het moet geoefend worden. Oefenen dient regelmatig en zelfs systematisch te gebeuren. Oefen de activiteit zoveel mogelijk tot uw kind de vaardigheid zelfstandig kan uitvoeren.
Bespreek uw doelstelling met de begeleiders van uw kind (logopedist, psycholoog, psychomotorisch therapeut, arts, enz.) en zoek samen naar oplossingen.
Betrek de omgeving van uw kind (leerkracht, gezinsleden, onthaalmoeder, monitor, enz.): spreek over het autisme van uw kind en welke doelstellingen u voor uw kind nastreeft. Geef vooral concrete informatie zodat ze uw kind beter begrijpen en gepast kunnen ondersteunen. U kan hiervoor ‘De Wegwijzer’ gebruiken, een instrument om informatie over uw kind te bundelen en door te geven aan derden.
U kan via een ouder- en familieverenging contact met andere ouders van kinderen met autisme opnemen.
U kan vormingen of studiedagen georganiseerd door gespecialiseerde centra volgen.
Wanneer uw kind een vaardigheid onder de knie heeft, is het noodzakelijk dat hij die ook overal kan gebruiken waar hij gaat. 'Goeiedag zeggen' bijvoorbeeld moet uw kind niet alleen thuis kunnen, maar ook op school, bij vrienden, bij zijn oma enz. Zijn broek optrekken is niet alleen nuttig in de badkamer maar ook in openbare toiletten, tijdens het aankleden na de gymnastiekles enz.
Mensen met autisme hebben het vaak moeilijk om te generaliseren. Ze kunnen wat ze geleerd hebben niet altijd spontaan gebruiken in een andere situatie dan die waarin ze ze geleerd hebben. Het is dus nodig om de nieuw aangeleerde vaardigheden te generaliseren.
Meer lezen: Hoe de vaardigheid generaliseren?
Copyright © Participate! 2023 | Woordenlijst Bibliografie Sitemap Privacyverklaring Français | By ![]() |