De communicatie van mijn kind observeren

De aanpak die wij voorstellen wordt door een aantal professionals gebruikt en zou ook bij je thuis van nut kunnen zijn.

Eerst en vooral moet je proberen te begrijpen waarom je kind communiceert. Deze tabel zal je helpen om na te gaan welke functies communicatie voor je kind heeft.

Functie Voorbeeld
Iets vragen "Krijg ik een koek?"
De aandacht trekken In de tuin gooit Lisa steentjes naar haar broer die met een vriendje speelt.
Weigeren Robin duwt zijn bord van zich af wanneer hij genoeg heeft.
Commentaar geven "Het is mooi weer vandaag"
Informatie geven "Mama is ziek"
Informatie vragen "Om hoe laat gaan we?"
Gevoelens uiten "Ik ben blij"
Sociale routines gebruiken "Hallo", "Hoe gaat het?", "Dank je", enz.
Antwoorden "Wil je iets drinken?", "Ja, een plat watertje graag"

Kijk nu naar de vorm van de communicatie, dit wil zeggen naar de manier waarop je kind zich uit.

Vorm van de communicatie Voorbeeld
Roepen, wenen Jens weent wanneer hij iets wil eten.
Agressie, boosheid Noah geeft een trap tegen de koelkast wanneer hij honger heeft.
Wijzen Erik wijst naar de koelkast wanneer hij honger heeft.
Met voorwerpen Raphaël brengt een bord naar zijn mama wanneer hij honger heeft.
Met gebaren Tom gaat naar zijn mama, pakt haar hand en leidt haar naar de koelkast wanneer hij honger heeft.
Met afbeeldingen Ruben geeft de foto met het koekje aan zijn mama wanneer hij er één wil.
Met afgesproken signalen Julie gebruikt het gebaar 'eten' wanneer ze honger heeft.
Met eenvoudige woordjes Pierre zegt 'eten' wanneer hij honger heeft.
Met zinnen Arne zegt: "Ik wil koekje" wanneer hij er één wil.

Het derde aspect betreft de context en de inhoud van de communicatie.

  • Wanneer communiceert je kind? Aan tafel, tijdens het spel, in de wagen?
  • Met wie communiceert het? Met zijn papa, zijn zusje, enz.?
  • Waarover praat het? Over speelgoed, bezigheden, de gezinsleden?

Het is belangrijk dat je weet waar je kind van houdt. Om daarachter te komen, kan je het tussen verschillende zaken laten kiezen, spelletjes, voedingswaren, enz. Daarna stel je een lijst op met favoriete zaken. Dat zal je helpen bij het bepalen van je doel.

Evalueren

Je observeert je kind best op verschillende momenten van de dag, met verschillende personen in de buurt en tijdens verschillende activiteiten: tijdens de maaltijd, een spelmoment, het bad, een verplaatsing, … .

Noteer bijvoorbeeld gedurende 5 minuten alle communicatie van je kind.
Je kan hiervoor de checklist gebruiken. Om je te helpen kan je een voorbeeld bekijken.

Dankzij deze evaluatie krijg je een duidelijk beeld van de communicatievaardigheid van je kind.

  • Hoe vaak communiceert het: zelden, vaak, enz.
  • Op welke manier uit het zich: verbaal of non-verbaal, spontaan of in antwoord op je vragen, enz.
  • Waarom communiceert het: welke functies komen aan bod? Hoe vaak?
  • De context: in welke context communiceert je kind vaker? In welke context komen bepaalde vormen meer voor? Varieert de vorm in functie van de context?
  • Gebruik van taal: gebruikt je kind de taal op een gepaste manier om uit te drukken wat het nodig heeft?