- Allereerst: zorg ervoor dat je goed voorbereid bent. Weet wat je wil vertellen en hoe je het gaat vertellen. Oefen je presentatie enkele keren (eventueel voor een spiegel).Het helpt om je presentatie eens te oefenen voor iemand die je kent, zoals je ouders of je ondersteuner. Als het mogelijk is kan je gaan oefenen in het lokaal waarin je de presentatie zal geven.
- Presenteren kan je aan de hand van een powerpoint. Een powerpointvoorstelling helpt om je presentatie te structureren. Het zorgt er ook voor dat het publiek niet de hele tijd naar jou kijkt maar ook naar het scherm.
- Houd rekening met het publiek voor wie je moet spreken. Zijn het mensen die al iets weten over je thema of niet? Als je publiek nog geen basiskennis heeft over je thema is het handig dat je voldoende algemene informatie geeft over het thema, vooraleer je meer in detail begint te spreken.
- Wees je bewust van je intonatie. Het publiek vindt het aangenamer als er in de intonatie van de spreker wat variatie zit.
- Als je je onzeker voelt, kun je op voorhand uitschrijven wat je wilt zeggen. Maak dan een pagina met twee kolommen: één met de uitgeschreven tekst en één waarin je kernwoorden kunt zetten. Op die manier heb je een tekst waar je op zou kunnen terugvallen als je tijdens de presentatie even vergeet wat je wou zeggen. Het is wel de bedoeling dat je de tekst niet afleest, maar dat je de kernwoorden gebruikt om je presentatie te geven.
- Doe nette kledij aan waarin je je goed voelt.
- Als je het moeilijk vindt om oogcontact te maken met het publiek, verschuif je blik dan rustig door de zaal. Kijk mensen bij wie je je op je gemak voelt, vaker aan.
Meer tips om goed te presenteren vind je onder andere op studielicht.be.